The Man Booker Prize 2015.

Gisteren bekend gemaakt: The Man Booker Prize 2015 is voor Marlon James met zijn boek Een beknopte geschiedenis van zeven moorden.

‘Het is een monumentaal boek over geweld en corrupte machthebbers, over het gemak waarmee je iemand leert te doden, over hoe gevaarlijk het is om je stem te laten horen als vrouw,’ aldus de Standaard der Letteren van vrijdag 09 okt 2015.

Meer info:

  • The Man Booker Prize:  hier
  • Tzum Literair weblog:   hier

Covers in de literatuur.

Las onlangs “Boeken”, de krantenbijlage van De Morgen. (wo 07 okt 15) Vond er een artikel over ‘Iconische covers uit de literatuur’. In enkele zinnen samengevat komt het er op neer dat uitgevers op zoek zijn naar nieuwe vormen van uitgaven. ‘De toekomst van papieren boeken is onzeker, maar sommige vormgevers grijpen dat aan om de grenzen van het medium boek af te tasten,’ lees je. Of nog: ‘Het boek wordt behandeld als een object.’

Het ontwerp van het boek On Such a Full Sea van Helen Yentus is daar een sprekend voorbeeld van. Het lijkt onpraktisch en is wellicht meer een collector’s item, maar het is mooi en boeiend. Het artikel besluit met: ‘Misschien ligt hier wel de toekomst van het geprinte boek. E-books zullen de goedkope paperbacks en pockets waarschijnlijk vervangen, maar wanneer de cover van een boek een collector’s item wordt, wil de lezer wel een fysiek exemplaar.’

Voor mij niet gelaten. Dit is voor mij kunst. Hieronder paperback (zwart-wit) en de 3D-cover.

Een verhaal bij een schilderij.

De burgemeester van Delft en zijn dochter’ van Jan Havicksz. (1655)

Schilderij

‘Ja, mama. Mijn muts nog.’ Mama stuntelt naar buiten. Ze loopt met een stok. Jarenlang sloofde ze zich uit op het landgoed van rijkelui. Of het nu regende of het was snikheet, ze was er steeds.

Ik sluit de deur van ons houten huis. Gelukkig regent het niet. Een rilling loopt over mijn rug. We wandelen naar de binnenstad. Ik hoop dat we vandaag meer geluk hebben. Mijn maag knort. Het doet pijn. Ontbijten kon deze ochtend niet. Mama en ik gaan regelmatig uit bedelen. Ik probeer hier en daar ook een klusje op te knappen. Erg veel brengt het niet op. Genoeg om wat aardappelen en af en toe een homp brood te kopen.

Een paar dagen geleden werden we verjaagd tijdens onze bedeltocht. Eigenaardig dat je aan de poort van de grote kerk niet om een aalmoes mag vragen. De pastoor was erg grof. Ik dacht dat Jezus de armen net opzocht. Hij was toch hun vriend. Zo voelde het toen niet.

Mijn mama zucht. Haar handen en voeten doen zo’n pijn. Door de gaten in haar schoenen kan ik haar vuile tenen zien. We lopen doorheen de stadspoort. Enkele kinderen gieren het uit tijdens hun bikkelspel. Wat zou ik daar graag bij zijn. Mama rilt en trekt haar rode jasje dicht. Ze maant me aan om door te stappen. ‘Geen tijd verliezen,’ zegt ze. Spelen is geen tijd verliezen, denk ik. ‘Voorzichtig, mama. Die straatstenen liggen los.’ Ik ondersteun haar.

We komen stilaan in de betere buurt. De puntgevels staan er als fiere wachters. Ik bewonder de huizen. Ze kijken allen uit op de gracht. Ik geniet van de kleuren en de versieringen. Ik tel vier verdiepingen. Het is er vast en zeker warm en gezellig. Ik wil hun keuken wel eens zien. Ik proef de verse melk en de honing druipt van mijn lepel. Mama haalt plots flink uit. Van talmen wil ze niets weten. Ik versnel mijn pas. De bladeren van sommige bomen worden al bruin. De herfst hangt in de lucht. Mama voelt het ook. Ze wrijft over haar pijnlijke handen.

Ze gebruikt diezelfde handen wanneer ze vleiend vraagt om een gift. De opbrengst stelt nog niet veel voor. Enkele stuivers. Net genoeg om wat oudbakken brood te kopen.

Plots stopt mama. Ik loop tegen haar. ‘Sta rechtop, Annie. Daar, op het bordes, de burgemeester en zijn dochter. We hebben geluk vandaag.’ Ze duwt me in hun richting. Ik zie haar. Catharina Croeser. Ik weet zeker dat ze me niet eens ziet staan.

Mama stapt vastberaden hun richting uit. Terwijl ze haar hand ophoudt, vraagt ze stil om een aalmoes. ‘Ik ben een weduwe en heb een dochter groot te brengen, heer.’ De burgemeester kijkt verstoord. Hij draagt rijkelijke stoffen. Ik moet stiekem lachen om zijn kraag. Die lijkt wel op vleugels. Hij houdt in zijn hand een brief. Wat zou ik graag eens op papier willen tekenen. Ik gebruik een stokje in wat opgedroogde aarde.

De burgemeester, Adolf Croeser heet hij, kijkt ons aan. ‘Wat? Een aalmoes? Vind je geen werk?’ Terwijl mama haar best doet een gift te bekomen, kijk ik naar Catharina. Wat een klier. En die klederen? Geef mij mijn kloffie maar. Ze lijkt precies op haar moeder. Bah! Zou ze al eens gespeeld hebben in het hoge tarwe? Of zich laten rollen van de zandberg daarginds, bij het bos? Zou ze zich ooit al vuil gemaakt hebben? Ik haat haar.

‘Annie, antwoord!’ Mijn mama duwt me. Ik schrik. ‘De burgemeester heeft buiten de stad wat varkens. Die moet jij hoeden,’ zegt ze. ‘En de stallen uitmesten,’ voegt de burgemeester er nog hooghartig aan toe. ‘Ze is een harde werkster,’ zegt mama. ‘Dank u, heer burgemeester. Dank u, dank u, duizendmaal.’ We wandelen verder. Mama murmelt wat. ‘Dukaat’ is het enige dat ik versta. Ik kijk om en zie de burgemeester binnen gaan. Catharina kijkt me minachtend aan. Ik lees in haar ogen ‘Wat goed. Jij, bij die varkens.’

Mama en ik slenteren langs de grachtenpanden. De zon breekt doorheen het wolkendek. ‘Lekker warm. Niet, mam?’ Ze slaat haar arm om mij heen.

Stefan Brijs signeert zijn boek ‘Maan en zon’.

Stefan Brijs

‘Hier Max… hier is het misgegaan. Op het eiland. Na nos bunita Kòrsou.’

“Curaçao, 1961. Op een septemberochtend laat taxichauffeur Roy Tromp zijn twaalfjarige zoon Max achter in de klas van broeder Daniel. Max blijkt een talentvolle jongen die ervan droomt om onderwijzer te worden. Broeder Daniel, zelf een kind van het eiland, wil hem daarbij helpen. Veertig jaar later is er van die droom niets terechtgekomen en vertrekt Max onverwacht naar Nederland, misschien wel voorgoed.

Tijdens een doorwaakte nacht denkt broeder Daniel terug aan zijn bijzondere band met de familie Tromp. Intussen hoopt hij op nieuws van Max.

Tegen de achtergrond van een gemeenschap die gevangen is tussen traditie en vernieuwing, tussen vroeger en nu, is Maan en zon een generatieroman over afkomst en armoede, eer en bedrog – een verhaal over vaders en zonen en de ziel van een eiland.” (bron: uitgeverij Atlas)

DWDD: het boek van de maand.

Boek van de maand

Altijd boeiend om het collectief van boekenverkopers allerlei argumenten uit de kast te horen halen om je te overtuigen dat een bepaald boek meer dan het lezen waard is. Tijdens de uitzending van De Wereld Draait Door werd met verve het boek van de maand (september) voorgesteld. De moeite om deze uitzending nog eens te bekijken. Je leeshonger wordt alleen maar groter.

Volgende uitgaven passeerden de revue:

  • Ter voorbereiding op het volgend leven – Artticus Lish
  • Haperende hersenen – Iris Sommer
  • Jij zegt het – Connie Palmen
  • Dit is mijn hof – Chris de Stoop

Uitzending zien? Dat kan  hier .